De OS/2 trukendoos

> OS/2 Index <

Workplace Shell

Internet

Fonts

Feature Installer

Veel van deze tips (eigenlijk korte notities) zullen t.z.t. een eigen plek of een aparte sectie krijgen. Evenals XFree86/OS2. De Werkplek en Codetabellen en bijzondere tekens kregen een eigen pagina in de O/2 sectie.

Er is veel overlap met andere secties (m.n. Handige OS/2 utilities).



Workplace Shell

> Top <

Vlot een programma object maken

Koppel het programma-object "Create Program Object" van het bekende Rexx-script CrProg.cmd aan uw *.EXE en *.CMD bestanden (Instellingen /Koppelen: *.exe en *.cmd als "Nieuwe namen" toevoegen). Vervolgens heeft bij u het rechtsklikken op een willekeurig programma bij "Uitvoeren als" de optie "Create Program Object" tot uw beschikking. Hiermee wordt een programma-object icoontje op de werkplek aangemaakt. Dit werkt vooral op een gevulde desktop sneller dan het slepen van het programma-object naar het pictogram van Create Program Object.

Programma's snel configureren

Onder Warp 4 kunt u DOS en Win-OS/2 instellingen van programma's opslaan door ze "af te drukken" naar een "gecodeerd" tekstbestand. Kies (rechtsklikken) van het programma-object: Instellingen /Sessie /DOS-instellingen /Alle instellingen voor DOS /Afdrukken /Gecodeerd bestand/ Pad en bestandsnaam opgeven.


Het nut van deze gecodeerde bestanden is dat u ze in een soortgelijk programma kunt laden: Instellingen /Sessie /DOS-instellingen /Alle instellingen voor DOS /Laden /Pad en bestandsnaam opgeven. Op deze manier kunt u van bepaalde programmatypen setjes aanmaken, waarmee u een nieuw programma-object snel kunt configureren. Met een slimme naamgeving bent u zo klaar: WINOS2.SET, DOSTSR.SET, DOSGAME.SET, DOSFS.SET, etc.

De Werkplek opnieuw aanmaken

Als uw Werkplek helemaal verloren is gegaan, kunt u met de volgende commando's vanaf de OS/2 prompt een nieuwe Werkplek aanmaken

cd\
cd os2
attrib os2*.ini -s -r -h
rename os2.ini os2ini.old
rename os2ssy.ini os2sysini.old
makeini os2.ini ini.rc
makeini os2sys.ini inisys.rc

Deze Werkplek is behoorlijk kaal! De meeste programma's zult u opnieuw moeten installeren. Probeer dus altijd eerst een oude werkplek met de Alt-F1 methode te herstellen! En met tools als Robosave is deze situatie niet nodig.

Wachtwoord vergeten

Bent u alleen uw wachtwoord vergeten dan boot u vanaf de command prompt (Alt-F1) en typt:

cd os2
makeini os2.ini lock.rc

Hierbij gaan geen gegevens (behalve het oude wachtwoord) verloren.

Grijze Sessie

Als u een reflectie van een programma-object (bijv. X File) in de startup folder plaatst, komt het voor dat Sessie grijs is. U kunt die dan niet instellen. Remedie: Hernoem in het instellingen tabblad Programma "Pad en bestandsnaam" (bijv. xfile.ex), maak uw instellingen in Sessie en voer daarna de juiste bestandsnaam weer in.


Meer tips zijn te vinden in: De Werkplek.

Internet

> Top <

DOIP

DOIP staat voor Dial Other Internet Providers (Andere Internet-aanbieders bellen). Een verbinding met het internet is met dit inbelprogramma snel gemaakt (zie: Andere internet aanbieders bellen).

PPP

Naast OS/2 programma's kunnen ook Dos en Windows programma's gebruik maken van de door DOIP gemaakte PPP verbinding (zie iakhelp.txt). Voor Windows programma's is het nodig dat de door IBM geleverde \tcpip\dos\bin\winsock.dll in het door Win-OS/2 gebruikte pad (SET PATH= in autoexe.bat) staat en dat het de enige winsock.dll is die Win-OS/2 kan zien.


Onder OS/2's is het mogelijk dat u tijdens een grote download de telefoonverbinding tijdelijk afsluit (om bijv. zelf even te bellen) terwijl het programma (bijv. Netscape) nog draait. Belt u daarna met DOIP weer in, dan wordt de download afgemaakt omdat de TCP/IP verbinding nog staat.


Een alternatief inbelprogramma als Injoy maakt hier gebruik van: Dial on demand. Met dit programma is de OS/2 PC ook als gateway naar het internet op te zetten. Zie ook: Injoy: IP masquerading met Injoy in de OS/2 netwerksectie.

Netscape 2.02

Netscape 2.02 zou zich met de parameter -3 meer als versie 3 op het Internet gedragen. Verwacht er echter geen wonderen van. Sites gemaakt voor versie 3.04 blijven moeilijk toegankelijk. Gebruik voor "moeilijke sites" de Netscape Communicator 4.04 voor OS/2 of een recente 16 bits Windows versie van Netscape of Internet Explorer onder Win-OS/2.

-3 -l nl

Om de Nederlandse taalmodule van de Internationale Netscape versie te benutten gebruikt u de parameters /L NL of -l nl_NL (language NL) zoals in deze batch: START "Netscape Navigator" NETSCAPE.EXE -L NL -3 %1 %2 .

Laat de werkdirectory leeg! Dit is de map waarin Netscape opstart. Als u een HTML bestand opent op de harde schijf moet Netscape in de map van het bestand opstarten. Anders kan het de relatieve paden naar de overige HTML bestanden niet vinden. Het pad naar Netscape moet wel in de config.sys vermeld staan.

trage Netscape

Een vertragende factor bij het browsen is het feit dat Netscape aangeklikte Internetsites standaard 30 dagen voor u bewaard. Dit alleen maar om recent bezochte koppelingen een ander kleurtje te kunnen geven! Met Opties / Algemene Voorkeuren / Vorm / Koppelingstypes / Nu laten verlopen kunt u de history file legen. Hier kunt u ook de Verloopdatum wat korter instellen (bij mij 1 dag). Netscape zal nu alerter reageren.

Netscape Cache

Ook de Netscape 2.02 cache (Opties / Netwerkvoorkeuren../ Cache) kunt u gerust wat kleiner maken. Het nut ervan valt in de praktijk tegen. Een te grote cache (>7M MB) zal zelfs op HPFS vertragend werken. Dit geldt al helemaal voor de geheugen-cache: OS/2 kan geheugen beter gebruiken voor programmacode dan om plaatjes in te bewaren. Zet die niet groter dan 1000 kB (600kB is de Default) tenzij u heel veel Ram hebt.

Als u een proxy (aanbevolen!) gebruikt zet u de vaste schijf cache op 0.

Netscape Communicator 4.04

De Netscape Communicator 4.04 komt als het zelf uitpakkende zip bestand comm404.exe. De integriteit kunt u testen met "unzip -t comm404.exe". U moet het uitpakken in een directory (pad) zonder spaties. Daarna draait u install.exe. Door de unzipper uitpakte bestanden worden door het nu vrijgekomen install.exe verder uitgepakt. Hierbij kunnen problemen optreden (zie hieronder).

Install.exe

Het onderstaande geldt ook voor andere programma's die met de OS/2 installation utility uitgepakt worden. Dit installatie programma kan niet overweg met: 1) 4OS2 als shell (moet nu even CMD.EXE zijn) en 2) Lange namen met spaties erin.


Anders krijgt u foutmeldingen als: "EPFIE609: A data error occurred while attempting to unpack a file. Try the operation again. If the error persists, contact the supplier of the application."


Lange namen met spaties erin worden o.a. geproduceerd door de unzipper van Object Desktop: Extracted: PROGRAM.ZIP. Verandert u dit met shift-F9 in PROGRAM, dan zal het Installatie Programma Install.exe beter lopen. Met een fix doet OD dit ook.


Met \os2\unpack /show kunt u bestanden die eindigen op een _ (underscore) testen. Met hetzelfde programma kunt u ze uitpakken.

Warp3 ?

Netscape Communicator 4.04 kan met fixpack 29 en hoger onder Warp 3 lopen. Netscape Communicator 4.61 heeft FP 32 nodig.

Profiel

Met "netscape -l en_us -P"profielnaam" start de Engelse Netscape met het gewenste profiel. Dit is vastgelegd in \Netscape\Users\sjoerd\Prefs.js. Om uw profielen in te stellen moet u Netscape met de optie "-profile_manager" opstarten. Profielen zijn handig met meerdere gebruikers (email!) of bij gebruik van verschillende proxies.

Netscape 4.61 ftp download

Let op de release notes als u Netscape 4.61 gebruikt:

user_pref("browser.download_unknown_as_binary", true|false);
By default, Netscape downloads unknown file types as text files. This preferences forces Netscape to download unknown types as binary.
Note: default = false

Oftewel inf en img bestanden worden standaard als ASCI gedownload (;-(. Het advies is om:

user_pref("browser.download_unknown_as_binary", true)

aan \user\uw_naam\prefs.js toe te voegen.

Maak echter wel eens een backup aan van de vorige versie (en het bookmarks bestand). Een tikfout en u krijgt de standaardinstellingen (en standaard bookmarks!) weer terug.

Netscape instellingen

Een goed overzicht van de Netscape instellingen vindt u op deze site: Communicator Preferences.

Courier New

Bedenk dat de laatste Netscape standaard Courier New als niet proportioneel lettertype gebruikt. Bezit u deze niet dan moet u deze instelling veranderen (In Voorkeuren / Presentatie / Lettertypen Courier o.i.d. selecteren ). Anders gaat de opmaak in de mist.

Drag and drop

De OS/2 versie van Netscape ondersteunt drag and drop. Nu zal een OS/2 WPS gebruiker er weinig behoefte aan hebben om een map met een browser te openen: maar het kan wel! Sleep de map met de rechter muisknop naar Netscape en Netscape opent hem.

URL Folders


De omgekeerde weg is praktischer: sleep een boeiende site van Netscape 2.02 of 4.61 naar een willekeurige map, b.v.k. een URL folder. Dit werkt ook vanuit de bookmark.htm (Bladwijzers/Bladwijzers bewerken). De URL wordt met de titel opgeslagen (zie het voorbeeld hieronder). De truc werkt met Netscape 4.02 alleen op de desktop. Als u veel URLs opslaat zou ik de URL map en submappen zelf buiten de WPS op een HPFS schijf opslaan (tenzij u ze bij iedere backup van de Werkplek wil meenemen). Om de URLs op te slaan staat een reflectie van de URL map(pen) strategisch in een vrije hoek op de Werkplek geplaatst.

BM2WPS

Met het programma BM2WPS (bm2wps.zip) kunt u alle Netscape bookmarks (in BOOKMARK.HTML) converteren naar URL objecten.

Beveiligde sites

Op beveiligde sites hoeft u niet steeds uw naam en wachtwoord in te toetsen. U kunt ze ook in de URL opgeven: http://naam:wachtwoord@www.domein.com/beveiligdemap/. Dit werkt meestal ook met ftp links.


Binnen de URL mappen kunt u ook weer gebruik maken van reflecties. Als u een URL map OS/2 netwerk hebt, kunt u er een reflectie van maken in de map URL map Netwerk algemeen. Via reflecties kunt u zo allerlei kruisverwijzingen plaatsen. Ideaal voor projecten waarin je anders snel het overzicht verliest!


Een tweede reflectie van de URL map in Object Desktops Control Centre (opnieuw met drag and drop) of IBMs WarpCentre (Warp 4) maakt ze nog toegankelijker. De URL's werken ook met de door Netscape geopende HOWTO's op de harde schijf (Sslurp!!). En op een proxy. Door verschillende browsers aan het bestandstype Uniform Resource Locator te koppelen zit u niet aan een browser vast. Doordat de Uniform Resource Locators objecten zijn kunt u ze ook een plaatsje geven (als kopie of reflectie) tussen de mappen met actuele informatie.

Nog leuker wordt het als u de Auto WGet Daemon installeert, waarmee u via drag en drop op m.b.v. GNU wget betrouwbaar op de achtergrond kunt downloaden.

De veelzijdigheid van een object-georiënteerde netwerk/internet omgeving zal Windows u nooit bieden.




TIP: Wilt de instellingen van een of alle URL relocator aanpassen: Rechtsklikken /Instellingen (deze zijn standaard grijs) / Tab Browser : Integrated browser aanvinken. Grijs wordt nu zwart. Daarna is alles in te stellen. Verander bijv. Netscape in Mozilla of Opera onder Browser. Wilt u de veranderingen in het hele systeem aanbrengen dan klikt u in het betreffende tabblad op Set default. Vergeet niet Integrated browser weer uit te zetten. En af te sluiten met Set default. Mozilla start snel op met de turbo optie (programmaobject met "mozilla -turbo" in de startup.cmd). NB de proxy optie deed het bij mij niet.

Fonts

> Top <

Font hell?

Hieronder ziet u een voorbeeld van hoe het niet moet (en hoeft). Getoond worden het bitmap font Tms Rmn, het Type 1 font Times New Roman en het TrueType font Times New Roman MT 30 in Lotus WordPro. De lettertypen worden normaal, cursief, vet een vet- cursief weergeven. Het document werd met strepen afgedrukt. Het TrueType Font Times New Roman MT 30 werd niet correct weergegeven.


Netscape gaf in de HTML versie een soortgelijk beeld. Vreemd genoeg gaf StarOffice het document zonder strepen weer. Uiteindelijk kwam het goed door Freetype/2 te herinstalleren. Het was aanleiding om me weer eens in het onderwerp te verdiepen.

OS/2 Fonts

OS/2 gebruikt drie soorten fonts: Bitmap fonts, Adobe Type 1 fonts en TrueType (TT) fonts. Ze zijn alle drie in WordPro te zien.

Bitmap fonts

Bitmap fonts bevatten plaatjes (bitmaps) van de tekens in een of meer vaste formaten. Ze zijn niet schaalbaar. "System Proportional bestaat alleen in lettergrootte 10. Helv(etica) kent de vaste waarden 8, 10, 12, 14, 18, en 24. Door Helv. 8 sterk uit te vergroten is de pixel structuur goed te zien. Dergelijke blokpatronen ziet u ook in de bitmaps van de Pictogram Editor en Paintbrush. Bitmap schermfonts zijn zo ontworpen dat ze relatief goed ogen op het beeldscherm.

Bitmap fonts worden als systeemlettertype gebruikt. Denk aan menuvensters, hulpteksten, terminal vensters en op de opdrachtaanwijzing. In Netscape en StarOffice kunt u ze als vervangende schermfonts inzetten. Ze tonen helder, lezen prettig en scrollen snel. Bij het afdrukken op een niet postscript printer worden ze automatisch door Adobe Type 1 fonts vervangen. Voorbeelden van Bitmap fonts zijn Courier (courier.fon), Helv (helv.fon), Tms Rmn (times.fon), System Monospaced (sysmono.fon), System VIO, System Proportional, WarpSans (Warp 4) en de OS/2 Window and DOS window fonts. De *.fon bestanden bevinden zich typisch in het LIBPATH en worden tijdens de systeemstart al in het geheugen geladen. Gebruikt u een PM of WPS type van bootos2 dan kan het wijs zijn enige bitmap fonts naar de /OS2/DLL map te kopiëren.

System VIO

System VIO is het standaard bitmapfont van de OS/2 en DOS opdrachtaanwijzing. Hiermee is een OS/2 venster van 8x8 tot 30x12 in te stellen. Dit gebeurt via een klik op het icoontje in het venster links bovenin (lettergrootte). U kunt deze per sessie wijzigen of voor alle nieuwe sessies opslaan.

Adobe Type Manager

OS/2 en Win-OS/2 bevatten commerciele Adobe Type Manager (ATM) rastersoftware van Adobe Systems Incorporated die de schaalbare Adobe Type 1 fonts voor een juiste weergave op het beeldscherm en op de afdruk voorbereid. Lotus SmartSuite en andere applicaties voegen er meer ATM fonts aan toe. Zolang u maar geen Windows-only printer gebruikt is het printen onder OS/2, Win-OS/2 en DOS zelden een probleem.

Type 1 fonts

Adobe Type 1 fonts zijn vectorlettertypen (outline fonts). U kunt ze vergelijken met de WMF afbeeldingen (StarOffice) die je willekeurig uit elkaar kunt trekken. Ze slaan geen pixels op (BMP, FON bestanden), maar regels waaraan de weergave van het lettertype moet voldoen. Zo worden ze schaalbaar en tonen ze onder verschillende resoluties (dpi waarden) hetzelfde beeld: zowel op het scherm als bij de afdruk (printer, zetmachine). Zolang de drukker maar exact dezelfde fonts gebruikt. Aanvankelijk zijn deze lettertypen voor postscript printers ontworpen. Deze dure printers worden in de grafische wereld gebruikt. Met Adobe Type Manager (en Ghostview) kunt ze ook op een gewone laserjet of inkjet printer afdrukken.

Maar in de praktijk is het "What You See Is What You Get" (WYSIWYG) niet zo vanzelfsprekend. Een probleem is dat printers en beeldschermen puntjes weergeven, waardoor een schuine lijn in lage resolutie nog wel eens een trapvormig uiterlijk krijgt. Dit is vooral op het scherm storend. Omdat de printers het in een veel hogere resolutie (bijv. 600 dots per inch) afdrukken wordt het wel goed afgedrukt.

Adobe Type 1 fonts bevinden zich in \PSFONTS. Een verzameling ATM fonts is op LEO te vinden. De bestanden met extensie PFB bevatten de eigenlijke lettertypen. Daarnaast hebt u Font Metrics bestanden nodig. Deze bestaan in binaire formaat (OFM, PFM onder Windows en Adobes Acrobat Reader) en in het ascii formaat (AFM). Voor OS/2 Presentation Manager hebt u AFM of de compactere OFM Font Metriek bestanden nodig.

Voordat u ze installeert kunt u hun opmaak met een programma als FontView uit de Hobbes Font utilities directory bekijken. U kunt dit programma met *.AFM,*. OFM en *.PFB bestanden binden. Adobe Type 1 fonts installeert u via het Lettertypenpalet.

Postscript

Installeert u het programma Ghostview van Alladin , dan krijgt u in de map \GSTOOLS\GS5.50\FONTS fonts met extensie PFB. Het gaat eveneens om Postscript (PS) fonts. Deze schaalbare fonts worden veel in grafische UNIX wereld en op de MAC gebruikt.

Drukt u onder UNIX een bestand af naar een map (als bestand afdrukken) i.p.v. naar de wachtrij van de printer dan komt het in een apparaatonafhankelijk postscript bestand (*.ps) te staan. Postscriptbestanden (*.ps), waarvan er ook voorbeelden in \GSTOOLS\GS5.50\ staan, kunnen door postscript printers en zetmachines worden afgedrukt. Ze bevatten net als PDF bestanden de complete paginaopmaak en vallen daardoor vergeleken met andere bestandstypen zwaar uit. Linux gebruikt het programma ghostscript om postscriptbestanden via filters op goedkopere laserjet- en inkjetprinters te printen. De resultaten kunnen afhankelijk van het type printer en de gebruikte filters sterk verschillen. Onder OS/2 en Xfree86/OS/2 kunt u het programma Ghostview van Aladdin gebruiken om postscript bestanden te printen en te bekijken. Adobe's Acrobat Reader doet hetzelfde met de door het programma Acrobat gegeneerde postscriptbestanden met de extensie pdf.

TrueType fonts

Eind jaren 80 probeerde Adobe Apple en Microsoft ervan te overtuigen om haar superieure PostScript code in licentie in hun grafische besturingssystemen in te bouwen. Maar Apple (ook een belangrijke Laserjet leverancier) en Microsoft (toen al hofleverancier van Macintosh software) wilden niet van Adobe afhankelijk zijn. Ze besloten gezamenlijk een soortgelijke scaleerbare vector techniek te ontwikkelen. De door Sampo Kaasila e.a. vanaf 1987 ontwikkelde 32 bits TrueType font rendering techniek kwam voor het eerst op Apple's System 6.0 beschikbaar. Microsoft en Apple namen een kruislicentie op deze TrueType techniek om zich tegen Adobe's dure ATM techniek te weren. (A History of TrueType). Vanaf 1992 (Windows 3.1) kwam het op het PC platform beschikbaar. TrueType vertoonde toen nog vele kuren. Pas met het 32 bits Windows 95 kwam het tot volle bloei.

Evenals de Adobe Type 1 fonts zijn TrueType fonts om vectorlettertypen. Ze tonen voortreffelijk op het scherm. En ze printen zoals je ze ziet. Door anti-aliasing technieken treden minder afrondingsfouten op. Ze kunnen in schaalbare Windows metafile en andere bestanden opgenomen worden. En anders dan de Postscript fonts hebben ze geen postscriptprinter of ATM nodig. Op een laserjet (en inktjet) printen ze ook.

TrueType Typography: info about TTF fonts & technology

TrueType onder OS/2

OS/2 Warp 4 biedt ondersteuning voor TrueType lettertypen in PM applicaties. Via het Windows Configuratiescherm kunt u de TrueType lettertypen onder Win-OS/2 installeren en verwijderen.

Voor Presentation Manager gaat het met het Lettertypenpalet. Ga hiervoor naar Configuratie/ Lettertypenpalet / Lettertypenpalet bewerken / Toevoegen. Vul hier bijv. /os2/mdos/winos2/system in. Dit kan tevens de doelmap zijn (/PSFONTS is eigenlijk bedoeld voor Adobe Type 1 fonts). Mooier is een aparte /TTF map aan te maken. Nadat u nieuwe TrueType Fonts heeft geïnstalleerd moet u eerst rebooten om de truetype.dll een kans te geven ze correct te kunnen weergeven.

Maar alleen onder Win-OS/2 ogen TrueType Fonts even helder als onder Windows. De font rendering van Windows en Apple is beter en sneller dan die van OS/2.

Freetype/2

De open source FreeType/2 fontserver (ft2v120.zip) geeft onder Presentation Manager betere resultaten met TrueType fonts. De fonts worden redelijk strak weergegeven, maar geavanaceerde functies als hinting ontbreken. Freetype/2 werkt ook op oudere versies van OS/2 (aanbevolen). Het installeren behelst slechts het vervangen van de \os2\dll\truetype.dll. Dit gaat met een Rexx scriptje met undo-functie.

InnoTek Font Engine for OS/2

De firma InnoTek heeft de laatste open source Freetype 2 naar het OS/2 platform vertaald. Deze InnoTek Font Engine for OS/2 houdt zich niet alleen met TrueType Fonts bezig, maar verbeterd ook de weergave van Adobes Type 1 Postscript fonts. Innoteks font server maakt gebruik van het geheugenbeheer van de Aurora kernel en de videomogelijkheden van de GRADD interface. De driver zal het dus op oudere OS/2 systemen niet doen. Innotek adviseert de SciTech videodrivers. Om een snelle rendering mogelijk te maken, worden de fonts in font cache in het systeemgeheugen geladen. Maar alleen geregistreerde programma's kunnen er gebruik van maken.

De Innotek Font Engine maakt gebruik van de OS/2 registry om aan te geven wie dat zijn. Standaard gaat het om de Mozilla familie en Innoteks OpenOffice.org port. Dit zijn de officieel ondersteunde programma's. Maar u kunt ook Drawit (tekenprogramma) aanmelden door onder onder:

My Computer\HKEY_CURRENT_USER\SOFTWARE\InnoTek\InnoTek Font Engine\Applications\

een nieuwe sleutel DRAWIT.EXE aan te maken als met als DWORD Enabled en waarde 1.

Dus New Key: DRAWIT.EXE en in ...\InnoTek\InnoTek Font Engine\Applications\DRAWIT.EXE een nieuw DWORD aanmaken met als tekst: Enabled. Door op "Enabled" te klikken kunt een waarde instellen: 1 is aan en 0 is uit.


Ook Lotus SmartSuite applicaties laten zich zo registreren, maar ik heb ze nog niet uitgebreid getest.

Op eComStation systemen zijn zowel PostScript als TrueType Fonts goed onder Mozilla te gebruiken. De resultaten zijn beduidend beter dan de Freetype/2 DLL, maar er worden maar weinig applicaties officieel ondersteund (de Mozilla familie, OpenOffice.org). De niet ondersteunde programma's zullen van de gewone Presentation Manager ondersteuning (truetype.dll of freetype.dll ) gebruik maken.

Fonts onder Mozilla


Lettertypenpalet


Met het Lettertypenpalet (Font Palette) kunt u fonts bekijken, installeren en verwijderen. Dit WPS programma ondersteunt ook Drag and drop. Met de rechter muisknop kunt u lettertypen naar andere WPS gevoelige programma's slepen.



Door op Lettertype bewerken te klikken kunt u lettertypes toevoegen en verwijderen.


Lettertypen die in gebruik zijn kunt u niet verwijderen ( sharing violation). U moet de betreffende applicaties eerst afsluiten. In het bovenstaande voorbeeld zou ik de de door het Lettertypenpalet getoonde (en dus gebruikte) TrueType Times New Roman niet via het palet kunnen verwijderen. Aangezien ik het Lettertypenpalet niet kan afsluiten, moet ik 10. Times New Roman eerst door een ander lettertype vervangen. Op zich logisch, maar je moet er wel even aan denken. Bij het installeren worden de fonts naar \PSFONTS gekopieerd. U mag echter ook een andere map opgeven.


Bij het verwijderen kunt u ervoor kiezen het font alleen te deregistreren en/of het ook daadwerkelijk van de schijf te wissen.

Lettertype bewerken

Lettertype wissen (selecteer een OFM, AFM, TTF of FON bestand)

Bij de eerste mededeling (Alle lettertypen uit het bestand X zullen worden gewist. ..) kunt u ja opgeven. Het bestand wordt hiermee in OS2.INI gederegistreerd.

De tweede vraag "Lettertypebestand X wissen uit station/directory: C:\PSFONTS kunt u beter met een "nee" beantwoorden. De OFM en PFB bestanden worden met een "ja" van de schijf gewist, zodat u ze niet zomaar opnieuw kunt installeren.

Ini-editor

(niet niet zonder gevaar)

Met een ini-editor als Initor kunt u nagaan dat de fonts zich in het User Profile bevinden. De ingang is PM_Fonts, de sleutelnaam is de gewone bestandsnaam en de waarde is het volledige pad met de bestandsnaam.

Installeert u een fontbestand dat al geinstalleerd is, dan krijgt u een foutmelding. Het lastige is dat u geen foutmelding krijgt als een font installeert waarvan de naam (het lettertype), zoals die door de applicaties aangeroepen wordt, al in gebruik is. Dus als u Times New Roman (times.ttf) uit Win-OS/2 installeert, terwijl er in /psfonts ook al een (veel beter ogende) Times New Roman uit PSFONTS aanwezig is (tnr.ofm), komen ze beiden in de PM_Fonts lijst te staan. Er wordt er echter maar een gebruikt. Bij mij voldeed de Postscript Times New Roman het best. Ik heb daarom Times.ttf (en het dubbel geïnstalleerde times.fon = Tms Rmn) via Initor weer verwijderd.

Mocht de WPS ooit na het installeren van nieuwe postscript fonts vastlopen, dan kunt u de font ingangen via de ini-editor weer verwijderen.



Feature Installer

> Top <




Het Feature Installer Plugin pakket voor Netscape circuleert onder verschillende namen op FTP sites (FIRUNPKG.ZIP, FINST123.ZIP) en is ook bij IBM (Software Choice) op te halen.

U pakt het zip bestand uit en draait FISETUP. Het programma moet de Feature Installer Plugin in Netscape registreren en herstart de WPS na bewerking van de OS2INI bestanden. Sluit OS/2 dus niet af als de Werkplek verdwijnt!

De plugin was bedoeld als een gemakkelijke manier om software te installeren. Eventueel via het internet. M.n. Java wordt op deze manier geinstalleerd. De plugin wordt door de HTML bestanden aangeroepen en zorgt ervoor dat u via Netscape bestanden kunt installeren. Als de install.exe dit niet doet kunt u een poging wagen de de Index.htm onder Netscape bekijken. Zelfuitpakkende java pakketten moet u met de opties -ov -di uitpakken in een tijdelijke map uitpakken. Bijv:

F:\Temp\javainst>javainst -ov -di

In de praktijk valt deze methode nogal eens tegen: Crashende Netscape's en foutmeldingen dat de Feature Installer eerst geïnstalleerd moet zijn schieten me te binnen. Niet alleen OS/2 beginnelingen hebben hier last van. Lees de nieuwsgroepen er maar eens op na.

In het ergste geval raakt u uw desktop kwijt. Maak als het even kan eerst een WPS backup (robosave, XWorkplace) voordat u de Feature installer op uw desktop kunt loslaten. Zeker als het response bestand voor een oudere versie van FI geschreven is.

Hier geldt waarschijnlijk dat je niet de altijd de eerste moet zijn (laatste Netscape, bèta tester), maar ook niet de laatste (haal een redelijk recent pakket in huis). in het verleden bleek het soms nodig een oudere Netscape versie bij de hand te houden.

Als u het blauwe doorgaan knopje niet in beeld krijgt zit u verkeerd. Laat het pad van de werkdirectory in het Netscape instellingenblok leeg! Anders vindt Netscape de relatieve paden waar de HTML bestanden naar verwijzen niet!

Misschien is de Feature Install Plugin niet als plug-in geregistreerd. U kunt dit nagaan door about:plugins als URL op te geven in Netscape (of Netscape / Help / Over Plug-ins). Het MIME type is IBM/FI. Bij Geactiveerd moet Ja staan.

Installeer de Feature Installer opnieuw als het daar om vraagt. Hierbij gingen bij mij de oude gegevens nooit verloren.


FI schrijft zijn logbestanden in \OS2\INSTALL. Als een installatie mislukt, moet u er niet vreemd van opkijken als meerdere bestanden met dezelfde naam inzitten in de map \OS2\INSTALL\Geïnstalleerde Onderdelen zitten. Door op zo'n FI-bestand te klikken kunt u het deïnstalleren.

De olifant verwijderen

Het programma \os2\art\artcron\artchron.exe herinnert OS/2 Warp 4 gebruikers er hinderlijk aan dat ze (weer eens) moeten registreren. Uitzetten dus:

Optie 1: Hernoem \os2\art\artcron\artchron.exe in \os2\art\artcron\artchron.ex_.

Optie 2: OD gebruikers: doe dit via het drives (stations) object!!

Ga naar de "\OS2\INSTALL\Installed Features\Install Object - Inventory"of bij de NL versie "\OS2\INSTALL\Geïnstalleerde Onderdelen\Feature Install Base - Inventaris".
Het is handig om van dit object een snelkoppeling te maken in de map Installeren / Verwijderen in Configuratie.
Dubbelklik hierop: U ziet de boomstructuur van de Feature Install Base .
Selecteer ART - Inventaris. Klik erop totdat er een V teken opstaat en selecteer Uninstall. Na de volgende reboot zult u er geen last meer van hebben. 

 


 

> Top <
> OS/2 Index <